Het verhaal achter de vondst

Twee zilveren rijgnaalden

 

 

Zilver is altijd leuk om te vinden, omdat het de eeuwen in de grond behoorlijk goed kan doorstaan. 

Het metaal behoudt zijn eigen kleur en details zoals graveringen blijven vaak herkenbaar. 

 

Als zilver net uit de grond komt zit er meestal een vuil laagje over het zilver dat de geheimen eerst nog verhuld. 

Toen ik kortgeleden in Spanga deze zilveren rijgnaald uit de grond haalde, hoopte ik dat er een jaartal of een naam in gegraveerd zou staan. 

 

Thuis bij het schoonmaken waren al snel de cijfers van het jaartal 1599 te zien. 

Aan de andere kant van de rijgnaald kwamen langzaam wat letters tevoorschijn, die uiteindelijk de naam “Aucks Auckus” bleken te vormen. 

Wie deze Aucks Auckus was en of zij op de plek heeft gewoond, heb ik niet kunnen achterhalen. Daarvoor is het allemaal te ver terug in de tijd.

 

 

De zilveren rijgnaald uit 1599

 

Toen ik de rijgnaald nog eens goed bekeek, bedacht ik me dat ik ergens een dubbelgevouwen stuk zilver had liggen die vrijwel dezelfde vorm heeft als deze naald. Dit stuk had ik een jaar eerder in Oldetrijne gevonden. Ik heb de naald voorzichtig een stukje teruggebogen en ook hier bleek een naam in te staan: Marichien Foppes.

 

Gezien het lettertype is deze rijgnaald in de 18e eeuw te plaatsen. 

Onderzoek in Friesland levert een Margjen Foppes op in Oldeberkoop, die in 1772 trouwt met Lyckel Alberts. (De afwijkende schrijfwijze van de naam is trouwens geen punt, je komt in die tijd vaak diverse schrijfwijzen van namen tegen.) 

Lyckel Alberts is in 1743 geboren in Donkerbroek. Margje is waarschijnlijk rond het jaar 1745 geboren in Oranjewoud. 

Haar vader kwam oorspronkelijk uit Wolvega. En zo komen we toch aardig in de buurt van Oldetrijne. Ze namen in 1812 trouwens de naam Bekhof aan, een bekende naam in Stellingwerven.

 

De rijgnaald van Marichien Foppes

 

Een rijgnaald werd gebruikt om de veters van een korset aan te halen, maar werd op den duur door de dames als sieraad gedragen op het voorhoofd. Ze worden dan ook wel haarnaald of hoofdnaald genoemd. Een variant op de draagwijze vinden we in Friesland, waarbij de vrouw de naald in het korset gestoken draagt. Aan welke zijde deze gedragen werd gaf aan of ze al of niet getrouwd was.   

Beide gevonden rijgnaalden wijken af van de gemelde rijgnaalden in de literatuur. Het lijkt me dat we een eigen Stellingwerfse variant hadden die gezien mijn vondsten in elk geval 150 jaar bestaan heeft.

 

 Een Friese jongedame met een rijgnaald in haar korset